Vorige

Volgende

Toon index

Start pagina

Auteur: Arend Arends

Versie: 30 juli 2014

Huizen in Peize voor 1850

F Oude Velddijk Zuid 55-63

55 Willem Gerrits, Jan Gerrits, Frischer Jansen, Hindrik Arents Kosters, Roelf Tjebbels Suurd

Volgens het Register van Nieuwe Huizen 1742 woont weduwe Jan Gerrits dan in een huis, dat in 1646 eigendom was van Willem Gerrits. In het Haardstedenregister van 1742 wordt weduwe Jan Gerrits en zoon vermeld als kuiper, aangeslagen voor 3 paarden, in 1754 Frischer Jansen, kuiper, aangeslagen voor 2 paarden en in 1764 weduwe Frischer Jansen.

Waarschijnlijk is Frischer of Fridsiger Jansen dus een zoon van Jan Gerrits. Mogelijk ook een zoon is Jan (Jans) Gerrits, die stoeldraaier is op nummer 48.

Frischer Jans trouwt in 1754 met Harmtien Hindriks. Hij overlijdt in 1763. In 1764 verklaart Harmtien Hindriks met haar en haar kinderen 150 gld. schuldig te zijn aan de diaconie van Peize, met als onderpand haar huis, hof en hoppeland en 5 matten hooiland in de weren.

In 1766 trouwt vermoedelijk deze Harmtien Hindriks met Klaas Hindriks.

In 1772 verkoopt Claas Hindriks een huis aan Hindrik Arents Kosters voor 250 gld., grenzend ten oosten aan Engbert Berents, ten zuiden aan Fr. Gelmers en Conraed Barelts en ten westen en ten noorden aan de weg. Mogelijk woonde Hindrik Kosters toen al in het huis. Hij wordt in 1764 vermeld als kleermaker voor weduwe Frischer Jans en daarna ongeveer op dezelfde plaats.

Het huis moet wel het huis zijn op de hoek van de Zuurseweg zuidzijde en de Oude Velddijk. Engbert Berents woont in huis 38, het laatste huis dat nog tot de Zuurseweg wordt gerekend. De buren aan de zuidzijde bezitten daar mogelijk alleen een stuk grond, zie ook bij huis 56, dat bij een verkoop in 1755 nog Margien Conraats heeft als noorderbuur en in 1782 Hindrik Arents.

Klaas Hindriks is eerder in 1754 aangetroffen bij vermoedelijk huis 13, daarna niet meer.

Een zoon van Fridsiger Jansen en Harmtien Hindriks is vermoedelijk Jan Fridsigers, die in 1797 als Jan Kuiper, 36 jaar, weversknecht, gehuwd zonder kinderen woont in huis 111. In 1806 trouwt hij met Annegien Hindriks Barkhuis, weduwe van Jan Gerrits Eleveld, zie 114.

In 1798 wordt Hindrik Kosters vermeld als kleermaker, 66 jaar, gehuwd met 3 kinderen en zoon Jan Hindriks, 33 jaar eveneens in dit huis. In 1807 is hij weduwnaar met inwonend een kind en een kleinkind en tevens eigenaar van het huis waar hij dan woont. Ook zoon Jan Hindriks wordt vermeld als kleermaker, hij is inmiddels gehuwd en de vader van het kleinkind.

In 1807 lijkt het huis niet voor te komen in de lijst van bewoners en evenmin in de lijst van eigenaren. Omdat Hindrik Kosters in 1807 wordt vermeld voor Jan Hindriks Krol (Biemold) op 53 lijkt het erop dat hij dan al woont op nummer 52 waar in 1813 zoon Jan woont. Tussen de volgende twee huizen die eigendom zijn van Jan Hindriks Krol en het huis van Hindrik Doens wordt in 1807 geen huis vermeld. Zie verder bij huis 52.

In 1813 woont Roelf Tjebbels Suurd in het huis. Hij is een zoon van Tjebbel Reinders op nummer 56, zie aldaar.

In 1832 is Jannes Ensing eigenaar van het huis. Hoe het huis in zijn bezit is gekomen is niet duidelijk.

55a Jan Doedens, Hindrik Doens, Jan Klazens Sinkgraven

Hoewel huis 55a een subnummer heeft en dus lijkt te zijn gebouwd na 1810, is het waarschijnlijk ouder en kan het bij de nummering in 1810 zijn overgeslagen. Het is ook mogelijk dat na 1813 op dezelfde plaats een nieuw huis is gebouwd.

Waarschijnlijk heeft Hindrik Doens hier gewoond in de periode 1774-1803, zie hieronder en mogelijk daarvoor zijn vader Jan Doedens. 

Jan Doedens woont in 1742 nog in huis 14. Het Register van Nieuwe Huizen 1745 hanteert een andere volgorde dan in 1742 en vermeldt na Jan Bonnes en voor de bewoners van de huizen 56 en 57: "Jan Doedens sijnde de schuire van Derk Engbers angekogt, staande op Pieter Hinderks of Jan Schuringe naam". Dit moet zo worden begrepen dat Jan Doedens de schuur van Derk Engberts (huis 67) heeft afgebroken en op deze plaats weer opgebouwd en ingericht als woonhuis. De locatie van het huis komt overeen met de situatie zoals hieronder beschreven bij de verkoping van de grondpacht van het huis in 1798.

In 1754 wordt Jan Doedens vermeld in het Haardstedenregister met een springhengst, aangeslagen voor 2 paarden.

Het is niet heel zeker wie hier heeft gewoond in 1764, omdat zowel de volgorde in het Haardstedenregister als de bewoners in deze omgeving nogal wisselen.

Jan Doedens is getrouwd met Grietje Jacobs. In 1725 wordt in Roderwolde een tweeling gedoopt met de namen Doeë en Epkijn. De overige kinderen zijn waarschijnlijk geboren en gedoopt in Peize.

Zoon Jacob Jans Doedens trouwt in 1755 in Eelde met Albertje Edens, dochter van Reinoldus Edens en Willemtje Eitens en in 1780 eveneens in Eelde met Geesje Eitens, dochter van Eite Jansen en Hillegje Roelofs, daarvoor getrouwd met Johannes IJlkes Hoveling. In 1788 hertrouwt zij met Jan Derks Schut. Bij de momberaanstelling in Eelde in 1780 worden Roelf en Hendrik Doedens van Peize benoemd tot medemombers.

Zoon Roelof Jans Doens, geboren omstreeks 1728 trouwt omstreeks 1760 met Grietien Koops, dochter van Koop Jans en Zwaantien Jans, zie 108, zie bij 32.

Zoon Hindrik Jans Doens woont vanaf 1774 in dit huis, zie hieronder.

In het Haardstedenregister van 1764 komt Jan Doedens niet voor, hoewel hij dan nog in leven is, in 1767 verkoopt Jan Doeëns van Peize een kampje bij Altena aan zijn zoon Hindrik Doens.

Hindrik Doens wordt vermeld in het Haardstedenregister 1774-1794 als keuter. In 1797 is Hindrik Doens arbeider, 61 jaar, gehuwd zonder kinderen.

In 1803 wordt de vrouw van Hindrik Doens begraven, als huwelijk komt in aanmerking het huwelijk van Hindrik Jans en Zwaantien, Peize 1761. Hierna is Hindrik Doens niet meer aangetroffen als hoofdbewoner, mogelijk is hij bij zijn oomzegger Doede Roelofs Doeës in Lieveren gaan wonen, waar hij in 1812 overlijdt.

In 1804 wordt mogelijk Teis Jans vermeld op deze plaats, in 1807 Bareld Arends (Slagter) met 4 inwonende kinderen en Hindrik Doens als eigenaar.

Teis Jans is vermoedelijk Tijs Jans Brink, getrouwd met Lammechien Jurriens. Zij wonen in 1807 in huis 105, zie aldaar. Voor Bareld Arends Slagter zie 29.

Bij de verkoping van hoppeland in 1793, gelegen "voor Hindrik Costers huis", zie 55, worden als buren vermeld: ten oosten de weg, ten zuiden Hindrik Doens eigenaren, ten westen het bosch van de Woldsche plaats en ten noorden Pieter Bults. Het bos van de Woldsche plaats werd ook vermeld als gelegen ten noorden van huis 62 toen dit huis bij dezelfde gelegenheid werd verkocht.

In 1798 verkopen predikant F. Snethlage cs. de ondergrond van het bos achter de keuterij van Hindrik Doens aan predikant L(ambertus) Ebbinge van de IJhorst en pedel Dijken van Groningen (getrouwd met Bouwina Lubbers, dochter van Cornelius Lubbers en Lamberdina Ebbinge, zie 24). Zij kopen tevens de grondpacht van het huis dat eigendom is van Hindrik Doens en vrouw. Indien de meier het huis wil verkopen, heeft de eigenaar van de grondpacht het recht van koop. Bernard Dijken, pedel te Groningen wordt in 1832 nog vermeld als eigenaar van het land achter het huis van Jan Klazens Sinkgraven, hoewel hij reeds in 1824 is overleden.

Het is niet bekend hoe de eigendom is overgegaan naar Jan Klazens Sinkgraven, die hier woont in 1825 en in 1832 ook eigenaar is. In 1813 wordt niemand vermeld. Het is dus ook mogelijk dat het oude huis is afgebroken en dat hier pas later een nieuw huis is gebouwd.

Jan Klazens Sinkgraven is evenals zijn broer Johannes getrouwd met een kleindochter van Koop Jans en Zwaantien Jans, zie 108. Hij is geboren in Nijeholtpade als zoon van Klaas Jans (Sinkgraven) en Geertje Hanses en trouwt in 1809 in Leegkerk met Zwaantien Geerts Kregel, dochter van Geert Jans Kregel en Margien Koops Snijder. Zij wonen in 1813 in huis 133.

56 Wessel Jansen, Roelof Roelofs, Tjebbel Reinders Suurd

In het Register van Nieuwe Huizen 1742 wordt Wessel Jansen vermeld als meier van Mevrouw Van Mensinga. In het Haardstedenregister wordt Wessel Jansen vermeld met 2 paarden. In 1745 is Jan Engberts de bewoner.

In 1754 wordt Geert Guilker vermeld, hij komt daarna voor op verschillende plaatsen.

In 1755 verkoopt de Hoog Welgeboren Heer J.B. de Conink, Heer van Peize en Mensinga, met Roelof Luinge als volmacht, voor 522 gld. een plaatsje aan de Nieuwe Velddijk met 3 kampen aan Roelef Roelfs tot Peize. Het huis grenst ten oosten aan Pieter Bodenkamp (zie 37), ten zuiden aan Juffrouw Johanna Bolhuis en ten noorden aan Margijn Conraets.

Roelef Roelfs is waarschijnlijk de Roelof Roelfs die getrouwd is met Grietien Martinus, dochter van de molenaar Martinus Engberts en Hillechien Luinge, zie 91. Hij woonde in 1754 mogelijk nog in huis 50. Grietien is omstreeks 1760 overleden. Roelef is vermoedelijk hertrouwd voor 1770, want in 1771 is er een momberrekening over de kinderen Roelof, Hilligje en Martinus. Hilligje blijkt later in Zwijndrecht te wonen. Martinus woont later in Anloo als Martinus Roelofs Beens waar hij in 1827 overlijdt en is in 1793 in Anloo getrouwd met Geertien Alberts Schulting geboren in Rolde, overleden in 1840 in Tynaarlo. Niet bekend is met wie Roelof Roelfs is hertrouwd. Hij woont in latere jaren niet in dit huis, maar in het noorden van Peize. Bij de inkomsten van de kinderen zijn huurinkomsten van Jan Schuiringe (of Schuilinge) omstreeks 1770. Jan Schuilinge wordt in 1774 vermeld met 2 paarden. Ook wordt het huis ingrijpend opgeknapt. 

In 1776 trouwt Roelof Roelofs van Peize in Groningen met Trijntje Sijgers, weduwe van Albertus Spiets, die molenaar was op de Reithokmolen. Roelof neemt na zijn huwelijk die positie over. Deze molen bevond zich nabij de Leliesingel/Kerklaan in Groningen, zie http://www.molendatabase.org/molendb.php (zoek op Reithoksmolen). Bij verkopen is vaak sprake van de helft van de molen. In 1780 wordt Roelf Roelfs Mulder eigenaar van de helft, in 1797 als gevolg van een goederenscheiding zijn weduwe Trijntje Sijgers. Zij verkoopt met Jans Rotgers de helft in 1805. 
In Groningen worden dochter Grietje en twee keer een zoon Roel(o)f geboren. Bij de laatste doop wordt de vader vermeld als Roelf R. Mulder en dat wordt ook de familienaam van de jongste zoon.

Margien Conraads bezit mogelijk een stuk land ten noorden van het huis. In 1772 zijn haar erfgenamen Frerik Gelmers en Conraad Barelts de zuiderburen van huis 55 op de hoek van de Oude Velddijk en de Zuurseweg zz.

In 1782 verkopen Roelof Roelofs, die dan molenaar is in Groningen en zijn kinderen Hillegien Roelofs, getrouwd met Jannes Baans en Martinus Roelofs het huis aan Tjebbel Reinders (Suurd). Het huis grenst dan ten oosten aan de weduwe van Engbert Berents, ten zuiden aan A. Lunsche, ten westen aan de weg en ten noorden aan de sloot tussen  het huis en Hindrik Arents. Het westelijk gedeelte van deze sloot is geheel eigendom van Hindrik Arents, voor het oostelijk gedeelte ligt de grens in het midden. Jannes Baans wordt daarbij vertegenwoordigd door Roelof Luinge Noord.

Tjebbel Reinders trouwt in 1781 met Janna Roelfs, weduwe van Harm Berends, zoon van Berend Kaspers, zie 115. Dochter Grietje Harms Holtkamp uit haar eerste huwelijk trouwt in 1792 in Eelde met Jan Hendriks Biemold en woont later in huis 53.

Tjebbel Reinders Suurd is ook bewoner van huis 56 in 1813 en bij zijn overlijden in 1824 laat hij de helft van het huis na aan zijn zoons Reinder en Roelof Tjebbels Suurd. In 1825 woont zoon Reinder Tjebbels Suurd in het huis. Hij is omstreeks 1808 getrouwd met Jacobje Stoffers uit Roden en hertrouwt in 1825 met Helena Busscher, geboren in Franeker en weduwe van Pier Ebbes te Lieveren.

Zoon Roelof Tjebbels Suurd is in 1808 in Eelde getrouwd met Frerikje Freriks Strootman en woont in 1813 in huis 55. 

In 1832 is het huis eigendom van Eite Alberts Eitens, die hier ook woont in 1851 en het huis vermoedelijk in 1828 heeft gekocht. Er worden dan twee koopaktes opgemaakt waarbij meerdere personen zijn betrokken.

56a Hindrik Wiefering

Hindrik Wiefering woont in 1825 in een huis, waarvan hij in 1832 ook eigenaar is. Het betreft blijkbaar een na 1813 gebouwd huis.

Hindrik Wiefering is wever en omstreeks 1764 geboren in Veldhuizen (Veldhausen), Graafschap Bentheim, Duitsland.

Hij trouwt in 1797 met Hinderkien Klazens, dochter van Klaas Alberts en Margien Jans en woont dan bij zijn schoonvader op 31, zie ook bij 28. Er worden twee kinderen geboren, maar deze zijn in 1803 mogelijk al overleden, wanneer hij hertrouwt met Engelina Jans Lefferts, weduwe van Jan Thunnis Venekamp en zuster van Leffert Jans Lefferts, zie 40. Er worden dan alleen mombers aangesteld over de 5 kinderen van Engelina.

In 1804 woont hij in huis 40, in 1807 heeft hij geruild met Leffert Jans Lefferts, daarvoor wonend in huis 13. Er zijn dan 2 inwonende kinderen, waarschijnlijk stiefkinderen.

In 1813 woont Hindrik Wiefering in huis 45.

57 Jan Abeen, Barelt Aalders, wed. Egbert Harms, Albert Arnoldus Birze

In het Register van Nieuwe Huizen wordt Jan Abeen in 1742 vermeld als meier van Jan Lunsches kind (Janna Lunsche, zie 6), in 1745 zijn weduwe. Het betreft een na 1646 gebouwd huis. In het Haardstedenregister van 1742 wordt Jan Abeen vermeld als dekker. In 1754 woont zijn weduwe vermoedelijk nog in hetzelfde huis. In 1764 mogelijk weduwe Jannes Jannes. Zij wordt evenals weduwe Jan Abeen in 1754 vermeld na de bewoner van huis 63.

Jan Abeen is getrouwd met Hillechien Roelofs. In 1745 hertrouwt zij met Warmolt Warmolts, die al in 1747 overlijdt. In 1755 verkoopt zij als weduwe Warmolt Warmelts met de mombaren over haar kinderen anderhalf mat hooiland op de Nie Weren. Roelf Abeen treedt daarbij op als hoofdmomber. Hij is vermoedelijk een broer van Jan Abeen en wordt soms olde Roelf Abeen genoemd, zie bij 40. Hiervoor wordt ook toestemming gevraagd aan de Etstoel, waarbij Hillechien waarschijnlijk onjuist wordt vermeld als Hillechien Engberts. Na 1800 wordt meest de naam Been gebruikt.

Zoon Roelof Jans Abeen trouwt in 1753 met Hillegien Roelfs, die al in 1754 overlijdt. Hij hertrouwt in 1756 met Geertien Warmelts, zie verder bij 32.

Dochter Geesje Jans Abeen trouwt in 1772 in Roden met Jan Luchies. Zij overlijdt in 1816 in Roden, 78 jaar.

In 1774 is geen bewoner aan te wijzen. 1784 wordt Geert Hindriks, timmerman, vermeld tussen de bewoners van huis 62 en 61. Hij wordt aangeslagen voor 2 paarden.

Geert Hindriks is vermoedelijk Geert Hindriks Timmer, zoon van Hindrik Geerts Timmer en IJda Willems, zie 119. Hij trouwt omstreeks 1775 met Hinderkien Jan Timmer, dochter van Jan Timmer en Marchien Geerts. Geert Hindriks Timmer hertrouwt in 1788 met Jantien Jans. Volgens de akte van voogdijaanstelling is zij afkomstig uit Eelde.

Dochter Marchien Geerts Timmer heeft een dochter Hinderkien Timmer, die in 1830 trouwt met Jan Eilders.

Zoon Jan Geerts Timmer trouwt in 1803 met Reina Jans en in 1809 met Zwaantien Luigies, dochter van Luigien Martens en Jantien Lamberts en eerder in 1788 getrouwd met Hendrik Staats, zie 144. Na het overlijden van Zwaantien in 1820 hertrouwt hij met Hinderkien Kruims, weduwe van Kornelis Jans Baving en wordt in 1832 als eigenaar vermeld van huis 144, hoewel hij inmiddels woont in huis 73.

In 1794 wordt Barelt Aalders vermeld na de bewoners van huis 62 en 61.

De eigenlijke naam van Bareld Aalders is Jan Barelds Aalders, in 1763 in Annen geboren als zoon van Aaldert Rabbens en Jantje Cornelis, maar hij wordt ook vaak Bareld genoemd. Hij trouwt in 1793 met Marchien Everts, mogelijk een dochter van Evert Jacobs en Zwaantje Jans. Vanaf 1794 worden kinderen gedoopt in Peize. Het gezin woont vanaf 1797 in huis 127, zie aldaar.

In 1804 wordt weduwe Harm Egberts vermeld tussen de vermoedelijke bewoners van huis 62 en 61. In 1807 wordt weduwe Harm Egberts met 4 kinderen vermeld bij een huis dat dan wordt genummerd 56a. In huis 56b woont Hindrik Lubbers. Het lijkt om hetzelfde huis te gaan, aangezien in de lijst van eigenaren Janna Lunsche wordt vermeld als eigenares van huis 56 (in de nummering van 1810-1850 die hier wordt aangehouden betreft dit huis 57).

Omdat Janna Lunsche in 1807 de eigenares is, lijkt het wel zeker dat het om hetzelfde huis gaat als waar Jan Abeen in 1742 woont. In de tussentijd zijn de bewoners niet altijd duidelijk aan te wijzen omdat het huis gelegen is op de hoek van de Oude Velddijk en de Smeerveensedijk. Daardoor is de volgorde in het Haardstedenregister niet altijd hetzelfde geweest. Ook dateren de huizen 58 en 59 van na 1794.

In 1832 is Geert Jans Rabbens, schoonzoon van Janna Lunsche eigenaar met in 1813 en 1825 als bewoner Albert Arnoldus Birze, in 1810 getrouwd met Kornelisien Gerrits Lutgers, eerder getrouwd met Harm Egberts en dus ook de bewoonster in 1804 en 1807.

Kornelisien Gerrits Lutgers is een dochter van Gerrit Lutgers en Lammechien Hindriks, zie 26 en trouwt in 1799 met Harm Egberts. De afkomst van Harm Egberts is niet bekend, mogelijk is hij geboren in 1771 in Vledder als zoon van Egbert Jans en Vroukje Herms. Hij is daags na de geboorte van zijn dochter Harmanna overleden. Daarnaast zijn er nog dochters Lammegien en Froukien Egberts. Kornelisien heeft ook nog een eerder geboren zoon Johannes Lucas Lutgers, die in 1822 trouwt met Hillechien Been, dochter van Harmtje Roelofs Been, een kleindochter van de hierboven vermelde Jan Abeen.

Albert Arnoldus Birze is geboren in Leek als zoon van Arnoldus Alberts Birze en Tetje Frederiks. Rond 1795 zijn zijn ouders met hun zoons in Peize komen wonen, zie huis 104. Albert Arnoldus Birze trouwde eerder in 1793 in Midwolde, Leek met Janna Pieters Westerhof. Uit dit huwelijk zijn de kinderen Pieter, Tetje en Arnoldus geboren.

58 Berend Harms Bathoorn, Hindrik Lammerts Beuving

In 1797 woont Berend Bathoorn, kuiper, 37 jaar, gehuwd met 3 kinderen in een ongenummerd, dus nieuw huis. In 1794 woonde hij in huis 70. Hij wordt in 1804 vermeld als keuter en in 1807 als Berend Harms Bathoorn met een inwonend kind en is dan ook eigenaar.

Berend Harms Bathoorn is geboren in 1762 in Peize als zoon van Harm Alberts en Jantje Berends, mogelijk in 1764 wonend in huis 130. Gezien de naam kan de familie afkomstig zijn uit Bathorn in Bentheim.

Berend Harms Bathoorn trouwt in 1785 in Peize (afkondiging in Vries) met Jantien Roelfs, dochter van Roelf Luigies en Annegje Roelfs, zie 124.

Op 4-12-1812, nog in de tijd van het Franse keizerrijk, worden Berend Harms Bathoorn en zijn zoon Roelf Berends Bathoorn in Groningen veroordeeld tot 6 jaar tuchthuis wegens het vervoeren van gestolen lammeren. Mogelijk door de nood gedwongen verkoopt Jantien Roelfs in een publieke verkoping op 25-3-1813 met Hindrik Buiringe als gevolmachtigde voor Berend Harms Bathoorn het huis nummer 58 waar zij dan woont aan Hindrik Lammerts (Beuving) voor 411 gld. waarbij Roelf Gelmers optreedt als borg.

Het huis grenst ten oosten aan B. Kymmell, ten zuiden aan Albert Eitens, ten noorden aan Arend Dekker en is bezwaard met het recht van overweg over de steeg ten zuiden van het huis en met het onderhoud van de weg.

In de naamsaannemingslijst van 1813 wordt het gezin niet vermeld.

Begin 1818 overlijdt Jantien Roelfs. Zij woont dan met haar echtgenoot en zoon Roelf in een nieuw, ongenummerd huis. Berend Harms Bathoorn hertrouwt nog in hetzelfde jaar  met Jantje Gerrits Kampinga uit Rolde.

Zoon Roelf Berends Bathoorn trouwt in 1810 in Peize met Geessien Derks Vos, geboren in Nieuwe Pekela. In 1811 wordt dochter Jantje geboren in Peize, op 15-12-1812 in Nieuwe Pekela zoon Derk, dus anderhalve week na de veroordeling. Geessien Derks was toen waarschijnlijk teruggekeerd naar haar familie. Zij vraagt in 1815 echtscheiding aan, maar blijkbaar hebben de echtelieden zich verzoend, want in 1818 en in 1821 worden in Oude Pekela de zoons Harm en Berend geboren, aangegeven door de vader onder de familienaam Van Peize. In 1825 woont het gezin weer in Peize, huis 53.

Hindrik Lammerts Beuving wordt in de naamsaannemingslijst 1813 vermeld als bewoner en in 1832 ook als eigenaar van het huis, kadastraal E698. Hij is geboren in 1783 in Roden als zoon van Lammert Hindriks Beuving en Trientje Niklaas en trouwt in 1809 met Wubbechien Adams Suurd, dochter van Adam Christiaan Reinders Suurd en Jantien Jans Schuurman, zie 157 en in 1828 met Geesje Kornelis Waijer uit Norg.

59 Roelf Stevens Brink, Jan Barelds Koops

In 1813 woont Roelf Stevens Brink op nummer 59. Het betreft vermoedelijk een na 1807 gebouwd huis. In 1825 woont hij op nummer 53b.

Roelof Stevens Brink is een zoon van Steven Thijs Brink en Albertien Roelfs. Hij trouwt in 1804 in Norg met Fennegien Bates Westerhof en in 1825 met Dekien Fridsigers Tuinman, eerder getrouwd met Koop Geerts Dekker.

Jan Barelds Koops woont volgens de volkstelling van 1825 ook op nummer 59 en is in 1832 eigenaar van een huis, sectie E829. Dit huis staat echter nog niet op de overzichtskaart van het kadaster, die gemaakt is in 1818. Ook is de volgorde van de huisnummers hier minder logisch. Een mogelijke verklaring is dat het huis van Roelf Stevens Brink in 1818 niet meer bestaat en dat het huisnummer 59 daarna is toegekend aan het nieuwe huis.

Jan Barelds Koops is een zoon van Bareld Koops en Roelofje Jacobs, zie 108. Hij trouwt in 1814 in Roden met Willemtien Willems Havinga, geboren in Peest.

59a Geert Jans Koops

Het huis is gelegen aan de zuidzijde van de Vossegatsweg, in 1832 nog behorend tot de Achteromweg. Op de overzichtskaart van 1818 is het huis nog niet aanwezig. Geert Jans Koops wordt als bewoner vermeld in 1825 en als eigenaar in 1832. 

In 1807 woont Geert Koops in huis 94, in 1813 in huis 93. Geert Jans Koops is geboren in 1777 als zoon van Jan Koops en Hinderkien Hindriks Schuring, zie 61. Hij trouwt in 1805 met Kornelisje Conraads van Bergen uit Paterswolde.

60 De Stroeten, Jan Jannes (Stroetinga), Wigger Eitens, Jannes Lammerts Snijder, Gerard Willems Arkies

Dit huis is mogelijk het huis dat in 1742 wordt aangemerkt als Pieter Bodenkamps lege huis. Pieter Bodenkamp woont zelf mogelijk in huis 37. Het betreft een na 1646 gebouwd huis. Volgens het Register van Nieuwe Huizen wordt het huis in 1742 bewoond door Jan Roelefs en in 1745 door Hinderk Jacobs Soldaat. Dat huis kan ook zijn verdwenen. Hindrik (Arents) Bult, schoonzoon van Pieter Bodenkamp, wordt bij de verkoop in 1795 genoemd als eigenaar van het perceel ten noorden van het huis.

In 1754 wordt dit huis mogelijk bewoond door Engbert Willems (Arkies), de schoonvader van Jan Jannes Stroetinga, die later in het huis woont. Zie ook bij 100.

In 1795 koopt Wigger Eitens een huis, de Stroeten genaamd, van de erfgenamen van Jr. J.B. de Coninck en echtgenote T.S. van Unia. Vermoedelijk is het huis tijdens hun huwelijk in hun bezit gekomen, maar hoe is niet duidelijk. Het huis grenst ten oosten en zuiden aan de weg, ten westen aan Jan Alberts en ten noorden aan Hindrik Bult. Het huis wordt bewoond door Jan Jans.

Op de kadasterkaart van 1832 staat de naam "de Stroot" vermeld bij het huis, gelegen op de hoek van de Oude Velddijk en de Achteromweg (nu Vossegatsweg). Het huis is dan eigendom van Gerard Willems Arkies. Het is aannemelijk dat de nakomelingen van Jan Jannes zich Stroetinga hebben genoemd naar dit huis.

Jan Jannes wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1764 tot 1794, steeds met 2 paarden. Jan Jannes Stroetinga is een zoon van Jannes Tjebbels en Geesien Jansen, zie 12. Hij trouwt omstreeks 1755 met Jantien Martens en in 1773 met Wemeltien Engberts. Er zijn dan al zware schulden. Vanaf 1795 woont hij in huis 17, zie aldaar.

Wigger Eitens wordt bij de Gewapende Burgermacht 1797 vermeld als boer, 28 jaar, gehuwd met een kind. Daarna lijkt hij geruild te hebben met Jannes Lamberts op 49, zie aldaar.

Jannes Lamberts wordt vermeld in het Haardstedenregister van 1804, in 1807 zijn er 4 inwonende kinderen. Hij is dan ook eigenaar. 

Jannes Lammerts Snijder is een zoon van Lambert Jannes en Grietje Engberts, zie 49. Hij trouwt omstreeks 1790 met Trientien Harms, dochter van Harm Klaasen en Roelfien Baving, zie 142. In 1809 hertrouwt hij met Geesje Jans Talens, dochter van Jan Arends Talens en Hillechien Alberts, zie 115 en weduwe van Hein Gerrits. Bij de bezittingen wordt het huis niet vermeld. Zoals hieronder blijkt, is het huis inmiddels verkocht.

Jannes Lammerts wordt in 1794 vermeld als kleermaker, in 1797 als boer. Bij de naamsaanneming 1813 wordt hij niet vermeld, wel op nummer 34 zijn tweede echtgenote als weduwe Heine Gerrits Mattewever. De kinderen uit haar eerste huwelijk gebruiken later de naam Talens. 

In 1808 verkoopt Jannes Lamberts zijn behuizing 58 (het huisnummer in 1807), genaamd De Stroet aan Gerard Willems en vrouw. Het huis grenst ten oosten aan de weg, ten zuiden aan de Stroet, ten westen aan de weduwe Jan Aalders en ten noorden aan Hindrik Buiringe (getrouwd met een kleindochter van Hindrik Arents Bult, zie 51).

Gerard Willems (Arkies) trouwt in 1799 met Lammegien Jans Staal, zie 132 en wonen vermoedelijk eerst in huis 130. In 1813 wordt het huis bewoond door Gerard Willems Arkies die in 1832 ook eigenaar is.

61 Jan Koops, Koop Jans Koops

Het huis is vermoedelijk gebouwd tussen 1764 en 1784. 

In 1764 wordt Jan Koops vermeld tussen de bewoners van huis 44 en 38, mogelijk woont hij dan in huis 47 of 50. In 1774 wordt hij vermeld na Berent Hindriks, die vermoedelijk in huis 62 woont. Vanaf 1784 is de volgorde van de huizen in deze buurt meestal: 55, 56, 60, 63, 62, 57, 61. Dat was ook de vermoedelijke volgorde in 1774, met dien verstande dat een bewoner voor huis 57 ontbreekt. We nemen daarom aan dat Jan Koops vanaf ongeveer 1780 in een nieuw huis woont. Mogelijk woont hij hier ook in 1774 of anders toen nog in huis 57. Jan Koops is in 1797 arbeider, gehuwd, 61 jaar. Hij woont hier nog in 1807 en is dan ook eigenaar met als vermeding oude Jan Koops. In 1813 woont Koop Jans Koops in het huis, in 1825 Reinder Jans Kruims, die in 1832 ook eigenaar is.

Jan Koops is een zoon van Koop Jans en Zwaantien Jans, zie 108. Hij trouwt in 1762 met Hinderkien Hindriks, die soms Schuring wordt genoemd. Zij is vermoedelijk een dochter van Hindrik Arents Schuurman en Jantien Jans. Zij overlijden resp. in 1808 en 1819.

Van dit echtpaar zijn 8 kinderen bekend, die allen de volwassen leeftijd bereiken en minstens 44 kleinkinderen:

Koop Jans Koops trouwt in 1789 met Grietje Aukes, dochter van Auke Bates en Trijntje Abrahams, oorspronkelijk afkomstig uit Oldeboorn, Friesland. 
Jantien Jans Koops trouwt in 1794 met Jan Harms Hagenauw en in 1820 met Jacob Barelds Dekker, eerder getrouwd met Egbertien Roelofs.
Hindrik Jans Koops trouwt in 1797 met Geertien Berends Schuurman en in 1815 met Ameltien Cornelis, eerder getrouwd met Gerard Arends Kosters.
Jan Jans Koops trouwt in 1792 met Albertien Reinders uit Roden en in 1832 met Geesje Jans Talens, eerder getrouwd met Hein Gerrits en met Jannes Lammerts Snijder. Hij is in 1807 tapper op De Pol.
Arend Jans Koops trouwt in 1798 met Aaltien Geerts Huizinga uit Roderwolde.
Willem Jans Koops overlijdt in 1810 ongehuwd.
Geert Jans Koops trouwt in 1805 met Kornelisje Konraads van Bergen uit Eelde.
Zwaantje Jans Koops trouwt in 1802 met Aldert Jans Alderts.

Reinder Jans Kruims is een zoon van Jan Kruims en Geesien Reinders Suurd. Hij trouwt in 1815 met Aaltien Arends Buning.

62 Roelef Engberts, Berend Hindriks Schuurman, Jan Jans Koops, Lucas Brink, Cornelis Hindriks Feringa

Roelef Engberts is in 1742 meier van Juffrouw Willinge, in 1745 van Allerdina Ebbinge, die het huis waarschijnlijk heeft gekregen van Johanna Wolthers, weduwe Lucas Willinge. Het betreft een na 1646 gebouwd huis. In het Haardstedenregister van Peize 1742 en 1754 wordt Roelef Engberts vermeld met 2 paarden na Jan Abeen (in 1742), die vermoedelijk in huis 57 woont. Behalve huis 63 komt ook huis 61 of 62 in aanmerking.

Vanaf 1760 woont Roelef Engberts in huis 149, de zogenaamde Woldse Plaats.

In 1757 wordt Aaltien, dochter van Roelf Engberts begraven.

Gezien de gegevens van onderstaande verkoop lijkt het wel zeker dat Berend Hindriks hier woonde in 1774-1794.

Berend Hindriks woont mogelijk in 1797 in huis 32. Hij is dan arbeider, 66 jaar, gehuwd. In 1804 wordt hij ondersteund door de diaconie. In 1807 is er een inwonend kind.

Berend Hindriks is mogelijk Berend Hindriks Schuurman, zoon van Hindrik Arents Schuurman en Jantien Jans. Hij trouwt in 1760 met Hillechien Willems en in 1769 met Jantien Alberts. Van de hier vermelde kinderen is vermoedelijk alleen de oudste dochter Jantien uit het eerste huwelijk. Verder zijn er nog jong overleden kinderen Hindrik en Jan, de laatste gedoopt in 1773.

Dochter Jantien Berends Schuurman trouwt in 1791 met Jan Lamberts, geboren in Eelde, zie 11.
Dochter Janna Berends Schuurman trouwt in 1793 met Harm Geerts Tuinman, zoon van Geert Jans Tuinman en Annechien Alberts, zie 43.
Dochter Geertien Berends Schuurman trouwt in 1797 met Hindrik Jans Koops, zoon van Jan Koops en Hinderkien Hindriks Schuring, zie 61 en 40.

In december 1793 verkopen de erfgenamen van Dubbelt Hemsing en Allerdina Ebbinge aan Jan Jans Coobs een behuizing aan de Smeerveensdijk, op dat moment bewoond door Berend Hindriks met appelhof, hof, hoppeland en kampje ten westen en noorden van het huis. Het huis grenst ten oosten aan Janna Lunsche weduwe Luinge, zie 57, Hindrik Arents Bult en de Hr. J.H. Bavinge, ten zuiden aan de weg, ten westen aan A. Lunsche en ten noorden aan Barelt Roelfs wed. Jan Luinge (bedoeld is mogelijk Jantien Luinge weduwe Barelt Roelfs, zie 50) en het mandelige bos van de Woldsche plaats.

Jan Jans Coobs wordt in 1797 vermeld als arbeider, 29 jaar, gehuwd met 3 kinderen, waar in 1794 Berend Hindriks werd vermeld, in beide gevallen na Martinus Lamberts, zie 63. Daarnaast wordt nog een Jan Coobs vermeld in deze buurt, vermoedelijk de vader van Jan Jans Koops, die in 1997 61 jaar is en vermoedelijk steeds op nummer 61 woont.

In 1807 en vermoedelijk ook al in 1804 woont Jan Jans Koops als tapper in huis 7 op de Peizerpol, zie aldaar. In dit huis woont dan Lucas Brink, die in 1807 ook eigenaar is met 4 inwonende kinderen. Hij woont hier ook in 1813.

Lucas Brink is geboren in Haren als zoon van Jan Abels Brink en Berentien Lucas. Hij trouwt in 1799 in Eelde met Annechien Jans Engberts, dochter van Jan Engberts en Anna Alberts, zie 27. Vanaf 1800 worden kinderen geboren in Peize. Lucas en Annechien overlijden respectievelijk in 1816 en 1819. In december 1819 wordt ten overstaan van notaris Johannes Tonckens te Westervelde onroerend goed overgedragen, waarbij behalve twee ooms van de kinderen Kornelis Hendriks (Feringa) is betrokken, die vermoedelijk de nieuwe eigenaar wordt van het huis.

In 1825 woont Cornelis Hindriks Feringa in het huis. Hij wordt in 1832 ook vermeld als eigenaar, hoewel hij al in 1830 overleden is. Hij is in 1781 geboren in Norg als zoon van Hinderikus Hindriks en Antje Hindriks en trouwt in 1817 in Peize met Lammechien Martinus Venema, zie 63.

63 Warmelt Remmelts, Roelef Jans, Geert Hanses, Martinus Lamberts Venema

In 1764 wordt Warmelt Remmelts vermeld in het Haardstedenregister met 2 paarden.

Mogelijk heeft hij het huis rond 1755 gekocht of nieuw gebouwd. Hij leent dan geld van de broers en zusters van zijn echtgenote en van de diaconie. Ook koopt hij vanaf 1754 verschillende stukjes land. Bij de verkoop van het huis in 1769 blijken verschillende landerijen rond het huis apart te zijn aangekocht.

In 1769 verkopen Warmelt Remmelts en vrouw Grietje Jannes te Peize hun plaatse tot Peize aan de Hoogwelgeboren Heer Saco van Teins en Mevr. Etta Aernolda van Besten, echtelieden te Beetsterzwaag, waarvoor Roelef Jans optreedt. De plaats bestaat uit een behuizing, hof, appelhof, met een stuk zaailand ten westen en noorden, een kamp ten noorden van het zaailand, aangekocht van Roelef en Jan Luinge, een kamp ten oosten daaraan gelegen van Steven Ebbinge aangekocht, een kamp ten oosten van de behuizing van Willem Jans aangekocht, twee kampen aan de zuidzijde van de weg, nog meer landerijen, een vierde waardeel in Schuiringe slag en een waardeel met de kerkgraven mandelig met de erfgenamen van Lucas Conraads, de erfgenamen van Jan Sikkens en Reinder Jansen te Peize, dit alles voor 1285 gld. Precies dezelfde formulering wordt ook gebruikt bij de verkoop hieronder door Geerd Hanses in 1786.

Daarbij wordt bij de kamp ten oosten van de behuizing opgemerkt dat het gelegen is aan de weg.

Grietje Jannes, eigenlijk Geesje Jannes is een dochter van Jannes Tjebbels en Geesien Jansen, zie 14. Warmelt Remmelts en Geesje Jannes zijn in 1740 getrouwd. Zij wonen in 1754 in huis 14.

Roelef Jans wordt in het Haardstedenregister 1774 op dezelfde plaats vermeld als in 1754 Warmelt Remmelts en lijkt dus de nieuwe huurder te zijn geworden. In 1784 wordt Geerd Hanses vermeld, allen met 2 paarden.

In 1779 verkoopt de Heer Gesworene A.B. Trip namens zijn schoonmoeder mevrouw E.O. van Besten, weduwe Teins een behuizing en landerijen aan Geert Hanses en vrouw Grietje Roelfs, door wijlen de welgeboren Heer Sako van Teijns in 1770 aangekocht van Warmelt Remmelts en Grietje Jannes (Adrianus Trip, gezworene van de stad Groningen trouwt in 1768 in Beetsterzwaag met Anna Teyens, dochter van jonkheer Saco Teyens en Etta Arnolda van Besten).

Geert Hansen is in 1744 geboren in Veenhuizen als zoon van Hans Jansen en Egbertje Jannes. Hij trouwt in 1779 in Norg met Grietje Roelfs. In het trouwboek staat vermeld dat het paar vertrekt naar Peize. Geert Hansen wordt in 1795 in Norg begraven. Zoon Johannes, die woont bij de Zwartdijksterschans bij Een, neemt in 1812 de familienaam Schans aan. Deze naam wordt ook gebruikt door zuster Roelfje Geerts, die in 1807 in Norg trouwt met Jan Bonnes, vermoedelijk een kleinzoon van de Jan Bonnes die eerder in Peize woonde.

In 1786 verkoopt Geert Hanses van Donderen zijn behuizing met landerijen aan Martinus Lamberts en vrouw Fennegijn Clasen.

Vanaf 1794 wordt Martinus Lamberts met 2 paarden vermeld in het Haardstedenregister op deze plaats. Daarvoor woonde hij in huis 149. In 1797 is hij 50 jaar, boer en gehuwd, in 1807 wordt Fennigje Klazen, weduwe Martinus Lamberts vermeld met 4 inwonende kinderen. Zij is ook eigenares en woont hier ook in 1813. In 1832 is zoon Klaas Martinus Venema eigenaar.

Martinus Lammerts is een zoon van Lambert Harms en Aaltje Jans, zie 151 en trouwt in 1776 met Fennechien Klazens Kruims, dochter van Klaas Kruims en Hindrikje Jans Huberts.

Zoon Lambert Martinus Venema trouwt in 1809 in Vries met Willemtien Hindriks Struik en woont later in Yde.

Dochter Henderkien Martinus Venema trouwt in 1805 in Roden met Jan Jannes Krijthe van de Weehorst te Roden, gelegen nabij het Peizerdiep. Zij hertrouwt in 1822 eveneens in Roden met Geert Jans Sinninge. Zij wonen later in Yde.

Zoon Klaas Martinus Venema trouwt in 1822 met Jantien Hindriks Koops, dochter van Hindrik Jans Koops en Geertien Berends Schuurman, zie 149 en blijft in het huis wonen.

Dochter Aaltje Martinus Venema trouwt in 1811 met Tjebbel Jans Stroetinga, zie 43.

Dochter Lammechien Martinus Venema trouwt in 1817 met Kornelis Feringa, zoon van Hinderikus Hindriks Feringa en Antjen Hindriks, zie 62.

Volgende